POPtalk een beeldgesprek over gedrag.

Start van het gesprek

Voor we starten vraag ik Mees, of hij met mij een beeldgesprek over zijn gedrag, met de poppetjes,  wil voeren. Dit over zijn gedrag op de kinderopvang. Op verzoek van moeder start ik  met een POPtalk-gesprek met mijn cliëntje Mees.  Zijn moeder heeft er al met hem over gesproken en hij vindt het goed. We hebben al eens eerder een POPtalk gesprek gedaan.

Praatjuf

Mees laat op school en bij de opvang ongewenst gedrag zien. Op school heeft hij ook gesprekken met de praatjuf over zijn gedrag.  Dit volgens een 5-stappenplan. Moeder denkt dat de gesprekken aan kracht kunnen winnen als ik het ook met hem in beeld breng.

Gewenst en ongewenst gedrag

Mees vertelt, wat hij bij de eerste stap bij de praatjuf heeft besproken en hij zet dit neer met POPtalk materiaal.  Mees zegt dat hij 5x met de juf zal praten, de 5 stappen. Tijdens ons gesprek wordt duidelijk dat hij de eerste twee stappen gehad heeft. De gesprekken gaan over gewenst en ongewenst gedrag.

Schoppen

Als Mees in een week goed luistert mag hij de volgende keer een stap kleuren. Helaas mocht hij de tweede stap niet kleuren omdat hij ongewenst gedrag had laten zien.
Op de opvang hadden hij en een andere jongen elkaar onder de tafel geschopt. Dat mag niet en dus kreeg hij zijn voetstap niet.

Een raar gevoel

Mees vertelt dat het soms raar voelt in zijn hoofd en dat hij dan dingen gaat doen die niet gewenst zijn op de opvang. Kun je dat rare gevoel laten zien, is mijn vraag. Hij vindt het moeilijk, maar geeft aan dat hij kan het wel kan tekenen.
Is ook prima.

Botsen

Hij tekent een hoofd met botsingen. Heb je wel eens gebotst vraag ik. Ja, hij heeft wel eens gebotst met zijn broer met de fiets. Dit zet hij neer op tafel. Ik vraag wat hij dan voelt. Dat vindt Mees moeilijk. Kun je het aanwijzen op de poster met gevoelens vraag ik.  Op de poster wijst hij woede aan. Hij voelt woede. Voel je dat ook als het botst in je hoof op de opvang, vraag ik. Ja, dat klopt!  Hij wil dan het liefst 5 rondjes lopen en dan gaat het wel weer goed, volgens Mees.  Heb je dat met de praatjuf besproken vraag ik. Nee, dat heeft hij niet gedaan. Is het misschien een idee, dat je dat de volgende keer met de praatjuf bespreekt, vraag ik. Mees kan zich daar wel in vinden.

Pannekooi

Ik pak een A4 met daarop twee duimpjes, die gewenst en ongewenst symboliseren. Mees kleurt de duimpjes rood en groen. Hij vindt het lastig om voorbeelden te noemen van gebeurtenissen die passen bij het rode en groene duimpje. Door te blijven vragen zegt Mees op een bepaald moment dat schoppen, duwen in de Pannekooi niet mag(ongewenst gedrag). Hij beeld gewenst gedrag uit door zichzelf op afstand van andere kinderen neer te zetten en bij ongewenst gedrag staat hij dicht naast een ander kindje.

Luisteren

Ook moet Mees luisteren naar de juf van de kinderopvang. Hij vertelt  dat het vorige week niet goed ging. Hij zat met een andere jongen  te klieren tijdens het eten. Onder tafel zaten ze  elkaar te schoppen.
Maar, vertelt Mees, de andere jongen begon en hij wilde niet schoppen, maar het botst dan in zijn hoofd.
Ik begrijp het en zeg “en dan wil je even rennen”. Hij knikt en zegt dat het niet kan omdat ze dan aan tafel zitten.  Inderdaad, dat is dan heel lastig. “Kan je dan iets anders bedenken, om te voorkomen dat je gaat schoppen?”, vraag ik. Hij weet het niet, maar we spreken af dat hij het met zijn praatjuf zal bespreken, zij weet beter wat er wel en niet kan bij de kinderopvang dan dat ik dat weet.

De spin en de schildpad

Tot slot pakt Mees uit zichzelf een spin en een schildpad uit de bak met dieren die op tafel staat.
Hij zegt: “ De spin is vervelend. De schildpad is fijn, want het schild beschermt de schildpad”. Hij zet de spin bij de rode duim en de schilpad bij de groene duim.

Ruimte

Ons gesprek duurde ongeveer een uur. Ik merkte dat Mees door uitbeelden van wat hij had vertelt met ‘andere’ ogen keek naar wat er was gebeurd. Er ontstond ontspanning, waardoor er ruimte in zijn hoofd kwam om op een andere manieren met lastige situaties om te gaan. De onbewuste botsing in zijn hoofd, zorgden voor boosheid en dat weer voor ongewenst gedrag. Mees werd zich bewust van de botsing in zijn hoofd waardoor hij kan kiezen hoe hij daarmee wil omgaan .

Door quarantaine en ziekte duurde het een maand voor ik Mees weer zag. Enthousiast vertelde hij dat hij nog een gesprek met de praatjuf had gehad en dat het probleem bij de pannekooi was opgelost.

Wil je naar aanleiding van dit blog meer weten over POPtalk, kijk dan eens op de site POPtalk.nl of meld je aan voor een workshop bij De Vuurtoorn.

Schrijf je in voor de nieuwsbrief